( Dank Dhr Hugo De Looze en Dhr Andre De Clercq)

Op 11 november 1918 vierden de Hammenaars spontaan de Wapenstilstand, met bijhorende afrekeningen voor wie met Duitsers had meegewerkt.
Enkele weken later was er in Hamme op initiatief van burgemeester De Geyter al een "inrichtingscomiteit der Vredefeesten" gevormd.
Daarin speelden bewoners die zich via de hulpverlening jarenlang voor de plaatselijke noodlijdende bevolking hadden ingezet de hoofdrol.
Zoals op nationaal vlak het Nationaal Hulp- en Voedingscomité (NHVC) kort na de oorlog meer invloed had dan de politici en de regering domineerde, was dat ook in Hamme het geval.
Begin 1919 besliste het Uitvoerend Comiteit van die Vredefeesten dat het een nieuwe vrijheidsboom
(op het Sint-Pieterspleintje) en een monument (op het Statieplein) zou oprichten.
Voor dat monument schreef het in maart 1919 een wedstrijd voor Belgische kunstenaars uit.
Het monument zou opgericht worden zowel ter nagedachtenis van de gesneuvelde soldaten als van de doodgemartelde opgeëiste werklozen.
Die laatste groep was talrijker: ruim 120 slachtoffers tegenover 54 gesneuvelde soldaten.
Deze grote groep slachtoffers is nu zo goed als vergeten.
Enkelen onder hen, die vielen onder een bombardement, kregen onlangs een herdenkingsplaatje op de Hamse begraafplaats.

In 1921 werd op het plein voor het station van Hamme, het huidige Koning Albertplein, het gedenkteken
voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog onthuld.
In 1919 luidde de opdracht voor de kunstenaars als volgt:
‘Het gedenkteken, een monumentaal geheel vormend, weze een verheerlijking van onze soldaten, van onze gesneuvelde krijgers en van onze doodgemartelde opgeëiste werklieden.’


Enkele foto's uit de oude doos.

Het monument is een ontwerp van de kunstenaar Karel Scheurmans (1869-1955)* en werd gerealiseerd door bronsgieter Verbeyst uit Brussel. Het bestaat uit een bronzen beeldengroep rond en op een centrale obelisk en werd door Hammenaars betaald, want noch de staat noch de provincie gaven subsidies.
Omhalingen bij bewoners en allerlei activiteiten brachten ruim 75.000 frank op en het gemeentebestuur gaf een kleine 20.000 frank subsidies.
Dat waren toen de belangrijke inkomsten.
Wie de originele maquette vergelijkt met het uiteindelijke beeldhouwwerk van Karel Schuermans merkt meteen vier belangrijke verschillen:

De officier vooraan met sabel in de hand is iets strijdlustiger of aanvallender uitgebeeld.

De stervende soldaat aan de rechterkant helft zijn hoofd meer omhoog om zijn makkers aan te vuren.

Het lijden van de door de Duitsers opgeëiste werkloze aan de linkerzijde komt beter tot uiting omdat de figuur dieper voorover gebogen zit.

En de engel bovenop de obelisk heeft grotere en meer zichtbare vleugels.

Het monument werd onthuld op 14 augustus 1921.
Dat werd gevierd met de overhandiging van een vaandel aan de oud-strijdersbond, concerten, een militair muziekfeest en een optocht.


het heldenmonument in 1943.


In 1951 werd het gedenkteken uitgebreid met een beeld ter herdenking van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.
Aan de linkerzijde van het monument verschenen volgende namen:

(Weerstander) Herreman Augustinus
(Luitenant) Butstraen Willy
(Burger) Verstappen Henri
(Soldaat-eerwaarde heer - brancardier) Van De Velde Pieter
(Soldaat) Van Uytvanck Achiel
(Soldaat) Verschelden Albert
(Soldaat) Van De Velde Jozef-Frans
(Sergeant) Van Raemdonck Achiel
(Soldaat) Quintelier Frans
(Weggevoerde burger) Braem Benoit
(Weggevoerde burger) De Waele Charles
(Weggevoerde burger) Steels Alfons

Aan de rechterzijde van het monument staan volgende namen:

Onderluitenant Nieman Jules
Soldaat Colman Albert
Soldaat Vermeir Frans
Soldaat De Clercq Alfons
Soldaat Baert Georges
Sergeant De Clercq Andre
Soldaat Smekens Albert
Soldaat Engels Jozef
Soldaat Ruys Frans

Op 29 juli 1951 was er een lunch georganiseerd ter gelegenheid van de "onthulling van het oorlogsmonument 1940-1944".


De lunch in 1951.


Het gedenkteken werd in 2011 beschermd als monument.

* De beeldhouwer Karel Schuermans werd op 10 oktober 1869 in Antwerpen geboren in het schipperskwartier.
Reeds op jeugdige leeftijd volgde hij tussen 1881 en 1888 cursussen aan de Koninklijke Academie voor schone kunsten.
Vanaf 1884 gaat hij reeds door het leven als "beeldhouwer", als ateliermedewerker van de beeldhouwer Frans Joris.
In 1928 verhuist hij naar Mortsel en bleef daarr wonen tot aan zijn dood in 1955.
Zijn werkhuis werd tijdens een bombardement door de USAAF op 5 april 1943 vernield. Vele gegevens van zijn vooroorlogse oeuvre zijn verloren gegaan.



het heldenmonument in 2019.



Home      Terug naar waargebeurd